Veel pleegouders maken zich in stilte zorgen. Ze worden ongevraagd op een voetstuk of juist in het beklaagdenbankje geplaatst. Het is lastig om daar mee om te gaan. De meeste pleegouders kozen voor het pleegouderschap omdat ze een bijdrage willen leveren aan het levensgeluk van een kind dat in nood verkeert. De extreme loftuitingen, maar ook de harde verwijten maken het voor hen erg ingewikkeld om te delen wat hen echt bezighoudt. Ik spreek veel pleegouders die verstrikt raken in het dilemma van het voldoen aan verwachtingen en wensen van anderen en hun eigen kwetsbaarheid. Daarom leek het mij een goed idee om de meestvoorkomende (en stilgezwegen) zorgen van pleegouders te verzamelen en in deze blog te delen met iedereen die pleegouders kent, maar eigenlijk niet weet hoe hun dagelijkse leven eruit ziet, dat nooit rechtstreeks zou durven vragen, maar misschien wel een unieke, heel eigen bijdrage zou kunnen en willen leveren om pleegzorg voor deze pleegouders makkelijker te maken. Delen wordt zeer gewaardeerd! Hoe meer mensen de insight van pleegzorg kennen, hoe makkelijker we het leven van pleegkinderen kunnen maken.
1. Slaaptekort
Het eerste punt lijkt een inkopper. Het pleegouderschap lijkt namelijk in veel opzichten (ook) op ‘gewoon’ ouderschap met herkenbare ongemakken zoals te weinig slaap. Maar daar waar reguliere ouders dit slaapgebrek meestal alleen ervaren in de eerste maanden na de geboorte, of kortstondig als een kind ziek is, voeden veel pleegouders ernstig getraumatiseerde kinderen op, die onafhankelijk van hun leeftijd, te kampen hebben met nachtmerries, angst om te gaan slapen en slapeloosheid. Deze angst- en verwerkingsreacties kunnen jarenlang aanhouden. Het is voor pleegouders vaak een lange zoektocht naar manieren om het kind te helpen zijn ervaringen te verwerken. Lang niet elke begeleider weet wat trauma met een kind doet of hoe je daarmee om kunt gaan. Naast dat dit bij de pleegouders leidt tot veel gepieker en slapeloze nachten, durven veel pleegkinderen, zeker als zij net in het pleeggezin zijn gaan wonen, er niet op te vertrouwen dat de pleegouder hen zal beschermen en troosten. Geduld en een rustige houding zijn van groot belang. Ga daar maar eens aanstaan als je geen nacht kunt doorslapen. Niets menselijks is een pleegouder vreemd, maar een snauw of mopper heeft meer en langer impact op een kind dat zich al niet veilig voelt. Met als gevolg nog meer nachtelijke onrust.
2. Speelbal van agendamakers
Van pleegouders wordt verwacht dat zij met veel partijen afstemmen en samenwerken. Uiteraard met de ouders van de kinderen die bij hen geplaatst worden, en doorgaans ook met opa’s en oma’s, brusjes en andere familieleden van het kind. En met (vaak veranderende) partijen die het kind en de pleeggezinsomstandigheden onderzoeken en monitoren, zoals de (gezins)voogdijwerkers, therapeuten, Raadsonderzoekers. En natuurlijk, net zoals bij ‘gewone’ ouders ook de oppas, de juf, sportcoach, huisarts en orthodontist.
Ondanks dat pleegouders juridisch nauwelijks een positie hebben en naast alle pleegzorgverplichtingen ook een echt leven hebben met werk, opvoeding, familie en vrienden, wordt er vaak erg makkelijk een beroep op hun flexibiliteit gedaan. Terwijl zij zich, -‘in het belang van hun pleegkind’- gedwongen voelen te richten naar de vele agenda’s van de betrokkenen, worden gemaakte afspraken vaak alsnog op het laatste moment afgebeld of zonder bericht niet nagekomen. Gevolg: frustratie en steeds minder animo om anderen toe te laten in hun gezin. Met name wanneer ze zien hoeveel verdriet hun pleegkind heeft van bezoekjes van de ouders die onverhoopt niet doorgaan omdat het niet goed gaat met de ouder, of omdat er geen begeleiding voorhanden is. Pleegouders willen hun pleegkind beschermen tegen nog meer teleurstelling, maar hebben het gevoel dat daar geen rekening mee wordt gehouden.
3. Verwikkeld raken in conflicten met gemeenten of zorgverleners
De meeste pleegouders starten hun pleegouderloopbaan uit de overtuiging dat zij een positieve bijdrage willen leveren aan een kind dat dat nodig heeft. Eenvoudig en betrokken. Als zij eenmaal in de wereld van pleegzorg meedraaien ontdekken ze dat die gedachten erg naïef waren. Er komt zoveel meer bij kijken: Want pleegzorg kost ook geld en gemeenten en zorgaanbieders bewaken de schatkist. Zij beoordelen wat goed is voor een kind en wat dat mag kosten. Ze bepalen welke vorm van zorg nodig is, welke kosten daarvan wel of niet vergoed worden en wie dat gaat leveren. En als je als pleegouder daar een andere mening over hebt, zijn er nauwelijks mogelijkheden om je stem te doen gelden en op te kunnen komen voor je pleegkind. Omdat een afwijkende mening hebben vaak synoniem is aan ‘niet meewerken’, voelen veel pleegouders de druk om toe te geven. Ze zijn bang dat anders hun pleegkind wordt doorgeplaatst. Met alle gevolgen van dien.
4. Afwijzing
Voor ouders van een kind dat uit huis geplaatst wordt, is het vaak ondraaglijk dat hun kind in een ander gezin gaat wonen. Gedurende dit proces van rouw, weerstand en verzet tegen de veranderde situatie komt het niet zelden voor dat pleegouders de zwarte piet krijgen toegeschoven. Zij zorgen nu voor het kind en zijn daarmee schuldig aan de pijn die de ouders voelen. Dit roept bij pleegouders een sterk gevoel van afwijzing en de bijbehorende spanningen op. Tel daarbij op dat ook een flinke groep uithuisgeplaatste kinderen vanuit hun loyaliteit naar hun ouders, de pleegouders niet zondermeer accepteren als nieuwe opvoeders of de hele angstige pleegkinderen die hun pleegouders niet durven toelaten uit angst opnieuw gekwetst te worden. Uit complete onmacht zetten zij hun klauwtjes uit en doen rake uithalen naar hun pleegouders. Probeer al die afwijzende acties maar eens te (blijven) zien als onmacht in plaats van afwijzing van jouw persoon.
5. (Loyaliteits)conflicten binnen het pleeggezin
De extra aandacht die een pleegkind en alle betrokkenen om hem heen vragen, kan leiden tot conflicten binnen het pleeggezin. Niet zelden ontstaan irritaties en conflicten tussen de pleegouders onderling vanwege de pleegzorgplaatsing. Hoe blijf je tijd voor jezelf en je relatie maken terwijl de pittige opvoeduitdagingen, slapeloze nachten, overvolle agenda’s, pijnlijke kwetsuren en frustraties over elkaar heen rollen. En hoe bespreek je de echtelijke perikelen met de pleegzorgbegeleider, die medeverantwoordelijk is voor besluiten over waar het kind opgroeit?
We weten allemaal dat het voor alle kinderen van groot belang is dat hun opvoeders (voor pleegkinderen zijn dat er al meer dan twee!) op één lijn zitten rondom de opvoeding. Dat vergt al heel wat overleg en afstemming voor ouders die alleen hun eigen kinderen opvoeden, maar is een niveau hoger als er ook kinderen in huis komen die een hele andere opvoeding hebben gehad en vaak ook met beschadigende ervaringen te kampen hebben gehad. Hoe verdeel je je aandacht als een pleegkind meer aandacht nodig heeft? Hoe ga je er mee om als je kind lijdt onder bepaald gedrag van je pleegkind? Allemaal dilemma’s waar pleegouders een antwoord op moeten zien te vinden.
6. Schuldig voelen
Pleegouders geven heel veel van zichzelf. Ze stellen huis, hart en gezin open voor kinderen (en hun ouders) die het moeilijk hebben. Heel vaak gaan zij over hun eigen grenzen in hun gedrevenheid om het leven van een ander makkelijker te maken. Als het dan op een gegeven moment écht niet meer gaat en het pleeggezin door uitputting de plaatsing moet afbreken, dringt een allesvernietigend schuldgevoel zich op. Schuld omdat ze het kind laten gaan, terwijl het hen nodig heeft. Schuld dat zij hun doel niet hebben kunnen waarmaken en daarin anderen (en zichzelf) teleurstellen. Schuld omdat zij door ziekte of ernstige gebeurtenissen kwetsbaar zijn en even niet meer zo stevig in hun schoenen staan. Ondanks dat we allemaal weten dat perfectie niet haalbaar is, is dit schuldgevoel een enorm kruis om te dragen en jezelf vervolgens weer bij elkaar te kunnen rapen om toch weer opnieuw jezelf open te stellen voor een nieuwe plaatsing.
Het is belangrijk dat we als maatschappij erkennen dat het pleegouderschap veel vraagt van opvoeders. Stel je voor dat pleegouders zich gesteund en gedragen voelen door de mensen om hen heen en waarmee ze samenwerken? Stel dat zij zich kwetsbaar durven gaan opstellen naar jou, zonder meteen de hemel ingeprezen te worden (met het risico er heel hard uit te vallen als ze je vertellen hoe zwaar ze het soms vinden). Stel dat jij daar een positieve bijdrage aan zou kunnen leveren? We kunnen niet allemaal pleegouder worden, maar we kunnen degene die dat wel doen, zo steunen, dat ze hun inzet vol kunnen blijven houden.
Hulp nodig?
Ben je ouder van een uithuisgeplaatst kind, pleegouder of gezinshuisouder en loop je vast in het systeem, de opvoeding en verzorging van je pleegkind of de samenwerking met de andere betrokkenen? Misschien kan ik je helpen. Vraag dan hier een vrijblijvend intakegesprek aan.
Delen wordt zeer gewaardeerd. Zo kan ik ook mijn steentje bijdragen aan een leuker en makkelijkere pleegzorg en een hoopvolle toekomst voor pleegkinderen 😉
Met hartelijke groeten,
Eline
Ook gepubliceerd op LinkedIn op februari